24 Apr 2006

23 Apr 2006

woelige baren


Na de storm
(voor Petra in woelige tijden)


De storm wint massa, ankers slaan los.
Vastbinden aan de mast niet haalbaar
-Er is geen mast meer- en ook de tros
Geeft geen houvast op de golven maar

Vliegt door de lucht, lasso zonder doel.
De scheepsvloer kraakt toonloos als de wind
Wrikt en wroet aan de planken warboel
Waar je eens op liep: zorgenloos kind.

En dan de luwte als een wonder,
Onuitsprekelijke rust daalt neer,
Streelt je, bakert je; waar de donder

Je geselde, waar de bliksem zeer
Deed aan je gezicht, nu het drijven
Op een spiegel: hier wil je blijven.

9 Apr 2006

Geen bloemen, geen toespraken

Droefgeestigen,
Net als uzelven verkeer ik in een shocktoestand in de categorie 'WK 1974/Sluiting Café Voskens/Teach In wint Eurovisie Songfestival'; enfin: Ome Gerard, De Grote Volksschrijver, is niet meer. Reeds weggezakt in de nevelen van het Dal van Alzheimer in het Dementia-gebergte was hij innerlijk losgeraakt van zijn geniale schrijfkunsten. Ook moet gevreesd worden dat zijn eens zo pervasieve roede ook al enige tijd werkeloos op zijn uitgerekte balzak rustte, om de bard te parafraseren.

Hier past een simpel eerbetoon:
Ome Gerard is dood
Hij kon vervelend zijn, vooral als hij dronk;
Hij was de vieze oom, voor jongetjes dan.
De 'zwarte medemens', die kon hij slechts van
Grote hoogte ironiseren: dat stonk.
Hij zei ook wel vaak hetzelfde nog een keer,
Vaak sarrend en zijn talent gaf hij zo veil.
Hij kon dan wegzakken in het vuig en geil
Braken van zijn gram, hij wilde dan niet meer.
Maar wat kon hij schrijven!, voor Maria, God
Vaderland, voor de Heilige Roomsche Kerk
En voor heel veel mooie jongens, waar hij werk
Van en voor maakte: hij minde zich kapot.
Wij bevelen hem aan in Uw Grootheid, Heer,
Streelt en bezit hem nu voor de laatste keer.


Uit de rouwkamer groet u,

C. Gijsen
(geen bloemen, geen toespraken)